, [], Was Joseph at the head of the bed or leaning on a staff?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Door het geloof heeft Jakob, [54]stervende, een iegelijk der zonen van Jozef gezegend, en [55]heeft aangebeden, [leunende] [56]op het opperste van zijn staf. 54. Dat is, nabij den dood zijnde, in zijn sterfziekte. 55. Namelijk niet zijnen staf, gelijk enigen verkeerd menen, maar op zijn staf den God zijner vaderen en den engel, die hem tot dien tijd toe had bijgestaan, en van vele zwarigheden verlost; dat is, de Zoon Gods, gelijk Gen.48:3,15, te zien is. 56. De Hebreeuwse tekst Gen.47:31, zegt, aan het hoofd, of hoofdeinde van het bed. Doch de Griekse overzetters hebben voor Mittah, dat is, bed gelezen Matteh; dat is, roede of staf, welke de apostel hier heeft gevolgd, alzo beide waarachtig kan zijn. Want uit de vergelijking van Gen.47:31, met Gen.48:2 blijkt, dat Jakob, als hij de zonen van Jozef en daarna ook zijn zonen zegende, op zijn heeft gezeten, en vanwege zijn zwakheid op een staf heeft gesteund, alzo zijne benen van het bed hingen, die hij na den zegen weder ingetrokken heeft; Gen.49:33.